Vlinders

Vlinders behoren tot een grote groep van beestjes die we insecten noemen. Een kenmerk van alle insecten is dat zij zes poten hebben. Wanneer je hierop let, kun je je nooit vergissen want spinnen b.v. hebben acht poten en kreeften hebben er tien. Vlinders verschillen van andere insecten zoals bijen en kevers doordat zij vleugels hebben die bedekt zijn met kleine schubben in allerlei vaak schitterende kleuren en patronen. Deze schubjes laten gemakkelijk los want wanneer je een vlinder vastpakt en weer loslaat, zie je deze schubjes op je vingers zitten. Een ander kenmerk van vlinders is dat zij een oprolbare tong hebben - het lijkt wel een heel klein slurfje - die zij kunnen uitrollen en in een bloem kunnen steken om nectar op te zuigen. Dit kun je goed zien, wanneer je een vlinder op een bloem voorzichtig van dichtbij bekijkt. Vlinders voeden zich uitsluitend met nectar maar soms zuigen zij ook het sap op van bloedende bomen of van gekneusde of rottende vruchten.

Het wonderlijkste dat je bij vlinders en ook bij andere insecten aantreft, is de manier waarop zij zich voortplanten. Dit gebeurt via enkele gedaanteverwisselingen. Met een geleerd woord noemt men dat metamorfose. Het begint met een eitje, uit het eitje komt een rups, de rups verandert zichzelf in een pop en uit de pop kruipt een vlinder tevoorschijn.

Er zijn twee groepen van vlinders: dagvlinders en nachtvlinders. Dagvlinders - de naam zegt het al - zijn uitsluitend overdag actief terwijl de meeste nachtvlinders 's nachts in actie komen. Om in het donker de weg naar nectarbevattende bloemen te kunnen vinden moeten nachtvlinders goed kunnen ruiken. Daarom hebben zij op hun kop twee sprieten op het einde waarvan twee borsteltjes staan die het reukorgaan van de vlinder zijn. Dagvlinders hebben sprieten met een klein bolletje op het einde. Dagvlinders hebben grote vleugels en een langzame vleugelslag, nachtvlinders hebben smalle vleugels en een snelle vleugelslag met een snorrend geluid. Je kunt dit snorrende geluid van enkele overdag vliegende nachtvlinders goed horen. De meeste nachtvlinders kunnen door de snelle vleugelslag in de lucht stilstaan bij het opzuigen van nectar. Er zijn ongeveer 25000 soorten dagvlinders bekend en meer dan 120000 soorten nachtvlinders. Vlinders houden van warmte en daarom komen in de tropen ook veel meer soorten in veel grotere en fraaiere vormen voor dan in de koude streken van de aarde. Op een mooie zomerdag kun je vlinders vaak aantreffen zittend tegen een muur of op de grond met uitgespreide vleugels. Zij zijn zich dan aan het opwarmen om beter te kunnen vliegen.

De meeste soorten vlinders houden een soort winterslaap op een beschutte plaats of over- winteren als ei, rups of pop. Enkele soorten trekken in de herfst weg naar warmere streken en komen in het voorjaar weer terug. Een bekend voorbeeld is de atalantavlinder. Enkele soorten dagvlinders die je in een mooie zomer regelmatig in een bloemrijke tuin bij je huis kunt aantreffen, zijn het koolwitje, de dagpauwoog, de atalanta, de distelvlinder en de kleine vos. De mooiste in Nederland voorkomende vlinder is wel de koninginnepage.

Het gaat de laatste jaren niet goed met de vlinders in Nederland. Enkele soorten zijn uitgestorven en andere soorten worden steeds zeldzamer. Gelukkig is er in Nederland een vereniging die zich al jarenlang bezighoudt met het beschermen van de vlinders in Nederland. Deze vereniging heet de Vlinderstichting. Hiermee kan men contact opnemen over alle soorten onderwerpen die met vlinders te maken hebben. Internet: www.vlinderstichting.nl en E-mail info@vlinderstichting